Brandbeveiliging als existentievraag
Brandbeveiliging voor transportinrichtingen
Automatische transportsystemen zijn de levensaders van vele ondernemingen en waarborgen de continue materiaal- en goederenstroom. Deze passeren daarbij noodzakelijke openingen in brandwerende wanden en plafonds, en in geval van brand moeten daarbij transportbandafsluitingen worden gebruikt.
Transportinrichtingen transporteren de meest uiteenlopende transportmaterialen in alle bedrijfsgebieden en passeren daarbij noodzakelijke openingen in brandwerende wanden en plafonds. Hier worden wat men noemt transportbandafsluitingen - kort TBA - toegepast. In geval van brand moeten zij deze openingen automatisch en betrouwbaar afsluiten, om een ongecontroleerde uitbreiding van het vuur in aangrenzende delen van het gebouw te verhinderen.
Driekwart van de door een grote brand getroffen ondernemingen overleven dat niet
43% moet in het eerste jaar insolventie aanmelden - nog eens 28% binnen de volgende drie jaren
INVESTERINGEN in brandbeveiliging zijn investeringen in de verzekering van het bestaan van de onderneming!
Een grote brand betekent voor ondernemingen niet alleen het verlies van productie-installaties of opslagplaatsen. Hij heeft ook gevolgen op de middellange en lange termijn, die zelfs nog verwoestender kunnen zijn. Het niet als onderneming kunnen handelen betekent, dat de markt zich heroriënteert. Zwaarbevochten marktaandelen krimpen en trouwe klanten betrekken hun artikelen noodgedwongen van andere aanbieders. Wanneer deze toestand langer aanhoudt, kan het een permanente negatieve verandering ten gevolge hebben, omdat klanten en concurrenten niet wachten, totdat het stilgevallen bedrijf zich weer heeft hersteld. Dit kan ook door verhoogde investeringen op het gebied van marketing niet zonder meer worden gecompenseerd. Weliswaar kunnen verzekeringen tegen brand en onderbreking van de bedrijfsvoering de direct ontstane schade afdekken, schade aan het ondernemingsimage of een zich veranderende marktsituatie kan daarmee meestal niet worden opgevangen. (Bron: bvfa)
Bouwkundige segmentatie binnen gebouwen
Wettelijke eisen
Bouwvoorschriften en verzekeringen vereisen een bouwkundige segmentatie binnen gebouwen, dus een brandbeschermingstechnische afscheiding van aangrenzende gebieden. Openingen in deze afscheidingen zijn in principe ontoelaatbaar, behalve als ze voor het gebruik van het gebouw nodig zijn.
Wanneer dus railgebonden transportinrichtingen bijvoorbeeld door een brandmuur gaan, moeten de daarvoor noodzakelijke openingen van zelfsluitende, brandwerende transportbandafsluitingen (brandweerstand ten minste meer dan 90 minuten) worden voorzien. De geschiktheid voor gebruik van dergelijke afsluitingen moet in Duitsland door een algemene registratie van Bouw- en woningtoezicht van het DIBt (bij uitzondering door een toestemming in het afzonderlijke geval) of op Europees niveau door een Europese technische beoordeling zijn aangetoond. Wezenlijke basis voor de toekenning van het bewijs van bruikbaarheid zijn passende brandtesten. Transportbandafsluitingen moeten daarom hetzij met succes volgens EN 1366-7 (geharmoniseerde testmethode) of volgens DIN 4102-5 in verbinding met de "Richtlijn voor de registratie van brandafsluitingen in het kader van railgebonden transportinrichtingen" van het DIBt zijn getest. Beide beproevingsnormen stellen hogere eisen aan brandafsluitingen dan bijvoorbeeld de DIN EN 1634-1 voor deuren, poorten, afsluitingen en vensters. zo ontstaan bijvoorbeeld door de verschillende inbouwposities van het FAA (dicht bij de vloer, verhoogde montagepositie in de wand, horizontale stand) hogere drukken in de brandruimte dan bij de test voor deuren en poorten. Bovendien mogen in geval van brand de lineaire uitzetting en warmtegeleiding van doorlopende onderdelen of noodzakelijke functie-openingen van de transporttechniek geen negatieve invloed op de brandweerstand van de afsluiting hebben. De mechanische belasting en de duurzaamheid van de zelfsluitendheid van de transportbandafsluiting moet door een functionele duurtest met 200.000 cycli (Klasse C5) zijn aangetoond.
Een brandscherm in het kader van railgebonden transportinrichtingen moet aan vele eisen voldoen!
Bestanddelen van een transportbandafsluiting
Of het nu gaat om een schuifontwerp, klepconstructie, draaivleugeldeur of sectiepoort: voor vrijwel elke inbouwsituatie en variant van de transporttechniek is er vandaag een geschikte afschermingsoplossing. Daarbij moet elke FAA in principe bijdragen aan een storingsvrij transportproces dan wel mag hij dit niet verhinderen. Fabrikanten van transportinrichtingen gaan dan uit van een veilig samenspel tussen transportinrichtingen en FAA zowel als van een betrouwbaar sluiten.
- Transportbandafsluitingen voor 22 verschillende transporttechniek-bouwwijzen (onderbroken of doorlopend), . Rollentransporteurs, bandtransporteurs, draagkettingtransporteurs, rondlopende transportbanden etc.
- Afsluiting getest volgens de speciale norm DIN EN 1366-7 met de veel hogere eisen dan de teststandaard voor poorten DIN EN 1634-1 (bijv. hogere ovendrukken, opdat de inbouw in hogere posities geoorloofd is, zowel als vereiste compartimentering door transporttechniek enz.).
- Getest voor de meest uiteenlopende soorten wanden, massieve bouwwijzen tot lichtgewicht beklede scheidingswanden met regelwerk.
- Door Bouw- en woningtoezicht geregistreerde controlesystemen (openhoudsystemen), de speciaal getest en gedimensioneerd zijn voor transportbandafsluitingen (bijv. signaaluitwisseling met transporttechniek).
- Afsluitgebieden worden in het geval van het ontstaan van brand vrijgemaakt door bewaking van de afsluitgebieden of door afruimsystemen.
- Verzekeren van een storingsvrij transportproces, omdat er geen inwerking door de transportbandafsluiting is.
- Veilige compartimentering van doorlopende transporttechniek, ook bij ingewikkelde constructies.
- Veelsoortige sluitrichtingen wegens ruimtebeperkingen.
- Ook gedimensioneerd voor zeer veel functiecycli tot 200.000 – en wanneer dat vereist is, nog meer.
- Decentrale noodstroomeenheden voor het vrijmaken van het afsluitgebied ook bij netonderbreking.
Veelsoortige transporttechnieken vereisen verschillende afschermingsvarianten
Modellen
Of het nu gaat om een schuifontwerp, klepconstructie, draaivleugeldeur of sectiepoort: voor vrijwel elke inbouwsituatie en variant van de transporttechniek is er vandaag een geschikte afschermingsoplossing. Daarbij moet elke FAA in principe bijdragen aan een storingsvrij transportproces dan wel mag hij dit niet verhinderen. Fabrikanten van transportinrichtingen gaan dan uit van een veilig samenspel tussen transportinrichtingen en FAA zowel als van een betrouwbaar sluiten.
Het grote aantal bouwwijzen van huidige transporteurs zowel als begrenzende factoren zoals de beperkte ruimte op de inbouwplaats en het draagvermogen van wanden en plafonds stelt de brandbeveiliging altijd weer voor nieuwe uitdagingen. Door de voortdurende nieuw- en verdere ontwikkeling van steeds beter presterende transportbandafsluitingen, is er echter voor bijna elke transporttechniek een passende afschermingsmogelijkheid. Wanneer er geen standaardoplossing in aanmerking komt, zijn diverse speciale constructies mogelijk. Afgestemd op de behoeften van de intralogistiek, garanderen moderne FAA het perfecte samenspel van transportgoed, transportsysteem en brandscherm. Intelligente besturingen coördineren daarbij in geval van brand het vrijmaken van het schotgebied, het sluiten van de opening en – wanneer nodig – het gebruik van noodstroom voor het transportsysteem.
Verlening van het Bewijs van bruikbaarheid door passende brandtesten
Testen en registratie van transportbandafsluitingen
De geschiktheid voor gebruik van dergelijke afsluitingen moet in Duitsland door een algemene registratie door Bouw- en woningtoezicht (abZ, allgemeine bauaufsichtliche Zulassung) van het DIBt (bij uitzondering door een Toestemming in het afzonderlijke geval, ZiE (Zustimmung im Einzelfall)) of op Europees niveau door een Europese technische beoordeling (ETA) zijn aangetoond.
Wezenlijke basis voor de toekenning van het bewijs van bruikbaarheid zijn passende brandtesten. Transportbandafsluitingen moeten daarom hetzij met succes volgens DIN EN 1366-7 (geharmoniseerde testmethode) of volgens DIN 4102-5 in verbinding met de "Richtlijn voor de registratie van brandafsluitingen in het kader van railgebonden transportinrichtingen" van het DIBt zijn getest. Beide beproevingsnormen stellen hogere eisen aan brandafsluitingen dan bijvoorbeeld de DIN EN 1634-1 voor deuren, poorten, afsluitingen en vensters. Zo ontstaan bijv. door de verschillende inbouwposities van het FAA (dicht bij de vloer, verhoogde montagepositie in de wand, horizontale stand) hogere drukken in de brandruimte dan bij de test voor deuren en poorten. Bovendien mogen in geval van brand de lineaire uitzetting en warmtegeleiding van doorlopende onderdelen of noodzakelijke functie-openingen van de transporttechniek geen negatieve invloed op de brandweerstand van de afsluiting hebben. De mechanische belasting en de duurzaamheid van de zelfsluitendheid van de transportbandafsluiting moet door een functionele duurtest met 200.000 cycli (Klasse C5) zijn aangetoond.